In de eerste jaren van de jaren zeventig namen de bezorgde renners actie. Terwijl ruiters nauwelijks ooit geteld, het voertuig had meer ruimte. Dat lieten ze niet ontstaan. De First One Real Dutch Riders Association werd later omgedoopt tot ENFB en werd uiteindelijk Fietsersbond.
In een jubileumboek ter ere van 50 jaar Walking Association kijkt journalist Karin Broer terug op successen als brommers naar het parcours, grotere fietsenrekken, het verschijnen van de OV-fiets en de introductie van 30 km/u zones. Zonder de Fietsersbond zou rijden in Nederland niet zo aangenaam, gezond en aangenaam zijn geweest. Dankzij de inspanningen van duizenden leden, vrijwilligers en activisten is racen gezond en tegelijkertijd zo bijzonder gebleven.
navigatie in het museum
-

50 keer de Unie van de fietsers
De Riders Association vecht al 50 keer voor voertuiggeluk. Maar we maken Nederland meer georganiseerd, gelukkig en gezonder!
-

50 keer de Unie van de fietsers in verhalen
We pronken in 50 foto’s dat we leven in een fietsvriendelijke natie met miljoenen gelukkige renners, elk met hun eigen fiets hoop en herinneringen.  ,
Het eerste hoofdstuk van het boek gaat over de basis van de Fietsersvereniging. Bestudeer het als volgt:
Hoofdstuk 1: Sommige ongelukkige fietsers maken een vuist
De leden van de Raad van Bewind werden op 18 oktober 1975 opgericht. Binnen een jaar waren er 6.000 mensen en 25 delen. De Riders ‘Union, die later E.N.W.B. was, was een succes.
Jan Wittenberg, de tweede voorzitter van de Fietsersbond, groeide op aan de rand van Zutphen en was getuige van de bouw van een cirkelvormig pad in de jaren zestig, dat het milieu en de sociale achtergrond zonder scrupules vernietigde. Zonder verder oponthoud werd Nederland afgevlakt vanuit het ontwikkelingsperspectief. Na de HTS Civil Engineering studeerde hij Urban Engineering in Delft. Hij belandde in Amersfoort vanwege zijn liefde. Eind 1973, toen hij zes maanden moest rehabiliteren vanwege hartziekte, nam hij een goede tijd om alle ideeën van de stad Amersfoort te bekijken. Dat was afschuwelijk. Bezoekers gaan vooruit. Voor de deur moest het voertuig overal geparkeerd worden. Het historische gebiedskader werd aangetast, fietsers werden steeds meer gevangen. En dat was niet alleen aanwezig in Amersfoort. Wittenberg: Van Groningen tot Maastricht, van Doetinchem tot Delft.
Als we kijken naar de geschiedenis van de Fietsersbond, kunnen we in eerste instantie woede ervaren. Woede over het gebied dat de auto had genomen op zoveel locaties. Het aantal auto’s in Nederland nam exponentieel toe voordat de Fietsersbond werd opgericht (van 182.000 in 1963 tot 430.000 in 1973). Het voertuig marcheerde omhoog, en het voertuig gebruik daalde, vooral in het gebied. In steden als Amsterdam en Den Haag daalde de fietsreis tussen 1960 en 1970 van ongeveer 50 naar 20 % naar 25 procent.
Tegen de bureaucratische aanpak
Vier jonge ingenieurs in Den Haag uitten hun woede over het gebrek aan parkeerplaatsen in de stad. Hans van Beek was één van hen: We zagen dat de stad gestript was om de auto te helpen. Wat werd aangeduid als de “Technocratische aanpak” hen geschokt. We zagen mensen zitten op stoelen naast de snelweg tellende voertuigen, er werden vaak voorspellingen gedaan over het aantal voertuigen die werden omgezet in meer ruimte voor voertuigen. De meest prachtige natuurlijke lakens verdwenen, en kanalen werden gedempt. En het was ten koste van het voertuig. De fiets diende als platform voor vier ingenieurs die samenwerkten onder de overkoepelende organisatie Deyevaar om de aanvallen van de stad af te wijzen.
Als kind had ik ernstige verkeersdoden van dichtbij. Dan heb je geen warme kleren aan.

Bruggen worden geblokkeerd door instellingen
Woede over pad gezondheid was een andere belangrijke factor. Rond 1970 sterven ongeveer 450 kinderen per maand in het verkeer. Er waren bijeenkomsten in het hele land. Na een ander ernstig ongeluk hielden ouders hun kinderen thuis. Veilige klasse paden was het verlangen. 400 kinderen in Hilversum hebben in 1970 een gezonde fietsroute naar school gezworen en een bandweg geblokkeerd. In Stompwijk dreigden gezinnen de snelwegen met tractoren te blokkeren als er geen gezond fietspad naar Zoetermeer kwam.
Vic Langenhoff, columnist voor Brabant, stichtte Stop in 1973. Deze partij, waarin ouders en leraren over het algemeen effectief waren, slaagde erin om de aandacht te krijgen met activiteiten en presentaties. Actiefiguren als Provo en Leprechaun eerder in de jaren zestig brachten de negatieve aspecten van het voertuig op humoristische wijze aan het licht: de geur, het gebruik van de ruimte en de onzekerheid. En de cyclus was altijd het natuurlijke en vriendelijke alternatief. Het diende als communicatiemiddel. In het begin van de jaren zeventig peddelden elfen van vier kanten van de wind naar de Dam, maar dat verkeer was volledig vast en de hitte kwam uit de oren van auto’s. De activisten antwoordden: “Waarom neem je de bakfiets niet mee naar het werk, die dezelfde ruimte nam als de auto maar niet rook?”
Er was dus veel verontwaardiging in de jaren voorafgaand aan de oprichting van de Fietsvereniging. En de politieke stemming veranderde. Niet langer was de ruimte voor autoverkeer duidelijk. Het roer werd overgenomen door nieuwe politici. Een democratiseringsgolf trok door Nederland. Het rapport van de Club van Rome maakte indruk en het milieubewustzijn nam toe.
Het idee voor een Unie van fietsers
Het idee voor een vereniging van fietsers bleef bestaan in Amersfoort, in een witte villa die was genomineerd voor sloop als doorvaart. Er was de werkgroep 2000, opgericht door twee christelijke formatiecentra. Het was een groep die deelnam aan participatieve en participatieve praktijken, met name die welke betrekking hadden op ruimtelijke procedures. Dankzij de ontmoeting tussen Eisse Kalk, voorman van werkgroep 2000 en de leden van de Haagse actiegroep Dooievaar werd het idee voor een fietsersvereniging serieus. In 1973 had Daoievaar al een fietsplan voor Den Haag opgesteld dat continue fietspaden zonder omwegen omvatte.
In hetzelfde jaar organiseerde de groep een demonstratie voor een beter fietsklimaat met 1.500 mensen. De werkgroep 2000, uitgever van een serie “Caterings,” publiceerde eind 1974 de uitgave “Bietser.” Hier vinden we de eerste aankondiging van een echte of enige of eerlijke Nederlandse wielervereniging, de E.N.W.B. met een enigszins gewijzigde versie van het ANWB logo. En het zei: “De auto heeft de fiets op vele manieren vervangen. Dit proces is de afgelopen 10 tot 15 jaar voornamelijk voortgezet. De auto heeft de kans gehad om wortel te schieten in onze samenleving, vooral ten koste van de fiets en in mindere mate ten koste van het openbaar vervoer. Maar veel eenzame fietsers blijken geweldig te zijn. Ze kunnen een vuist maken, een tegenmacht vormen. Dus we kunnen 9 miljoen dollar gebruiken om dat te bereiken als we willen en met een simpel actieplan. Een plan om fietsen te stimuleren en fietsen weer een prettige business te maken, vooral in onze steden en dorpen..
De werkgroep 2000 kon verslagen ontvangen van iedereen die geïnteresseerd was. Was het ernstig? Toine Kreykamp, lid van de werkgroep 2000, beweert in de krant dat het concept aan het kruis staat tussen een ernstige grap en een testballon. De Volkskrant meldt in maart 1975 dat er tot dusver twaalf belanghebbenden waren. Het lijkt niet te werken.

Hete zomer 1975
Maar de hete zomer van 1975 maakt alles anders. De oprichting van de Fietsersbond is grotendeels versneld als gevolg van de fietsdemonstraties, de oprichters vertelden een verslaggever van de Volkskrant vlak voor de feestelijke bijeenkomst in Utrecht:” Het idee voor de fietsclub bestaat al heel lang. Echter, toen er afgelopen juni nationale demonstratie wielertochten werden gehouden, wilden zo veel mensen opkomen voor de belangen van de fietsers dat ze daadwerkelijk besloten om de E.N.W.B. (Vokskrant, 3 oktober 1975) op te zetten.
De fietsdemonstraties georganiseerd door lokale groepen in Amsterdam, Amersfoort, Den Haag, Leeuwarden, Groningen, Utrecht, Hilversum en Kampen waren een groot succes.
Ik woonde ook in Overtoomse Veld. En toen fietsten we allemaal, mijn vrouw en drie dochters naar de demonstratie, de kinderen waren 9, 7 en 6 jaar oud. Zelfs toen vond ik fietsen erg belangrijk voor zowel mijn lichaam als hoe het in de wereld moet gaan. Ik las uit mijn dagboek dat ik bewaarde: gisteren fietsdemonstratie, massastijging, fietsen, en op het Museumplein hebben we mooie slogans gebruld..
Vanuit Amsterdam Fietst werd dit gerund. We hadden een geweldige tijd, het voelde krachtig dat al die auto’s moesten stoppen, er was politietoezicht. Ik gebruik nog steeds mijn bakfiets. Ik ben 80 jaar oud en vrij stabiel. Als ik flyers uitdeel op de veerboot, heb ik altijd veel gedaan voor de vakbond. Nee, niet afspreken. Daar ben ik geen fan van.

Fulttime
Jan Wittenberg, 27 jaar oud en nog niet afgestudeerd, was formeel toegetreden tot de werkgroep 2000. Hij kreeg een deeltijdse aanstelling om toezicht te houden op de inspraakprocedures, maar in de praktijk was hij meer dan voltijds bezig met de voorbereiding van de E.N.W.B. Hij nam contact op met alle organisaties die de vakbond zouden vormen, die 18 leden hadden, allemaal met verschillende achtergronden en temperamenten. Nationale organisaties zoals Natuur en Milieu, Milieubescherming, Stop the Child Murder, Rover en vele lokale groepen: fietsgroepen uit Hilversum, Utrecht, Rotterdam, Amersfoort, Kampen, Leiden en Helmond, Amsterdam Autovrij, Aktie Strohalm.
Het is allemaal onze schuld, niet alleen die ene man of vrouw die een kind rijdt.
Wittenberg herinnert eraan dat het een zeer intense tijd was en dat er veel werk nodig was om alle kikkers in de kruiwagen te houden. In Amsterdam had je verschillende groepen zoals Amsterdam Autofree die veel radicaler waren dan bijvoorbeeld de Rotterdammers. Pax Kroon, een zeer lieve man, was aanwezig, maar zijn nuancedness was veel hoger. In Utrecht was het ook iets radicaler, daar had je Action Strohalm met Willem Hoogendijk..
Al deze verschillen waren echter gunstig. Wittenberg: De kunst was eigenlijk om een club op te richten die dat niet als een obstakel zag, maar gewoon zag die diversiteit als een kracht. Dat was de manier van denken. Vanaf het begin waren de lokale groepen, later afdelingen genoemd, de belangrijkste. We wilden beneden beginnen, Wattenberg. Er was de macht, er was de kennis.
Freek de Jonge snijdt een band op een fiets.
Utrecht, 18 oktober 1975. Ongeveer 300 tot 400 mensen verzamelden zich in de Rasa hal, gelegen in het centrum van Utrecht, voor de E.N.W.B., de eerste echte Nederlandse wielrijdersbond, openingsceremonie. Wittenberg leest zijn handgeschreven tekst Het is niet de schuld van die man of vrouw die een kind drijft, het is allemaal onze schuld. Hij beweert dat het hele verkeerssysteem erbij betrokken is. Uit eigen ervaring zullen we moeten werken om de steden leefbaar te houden en het platteland te redden. Voormalig minister Willem Drees Jr. verzoekt vervolgens de fiets te repareren. En praat over de rol van de fiets in stadsvernieuwing.

Na de lunch vindt de oprichtingsceremonie plaats. Vijf jongens en vijf meisjes trekken een fietsband uit elkaar en cabaretier Freek de Jonge snijdt doormidden. De E.N.W.B. werd opgericht. Wittenberg genoot van de overweldigende gebeurtenissen. Het NOS-tijdschrift werd gecreëerd. Ik werd geïnterviewd door een verslaggever die bleef insinueren dat de E.N.W.B. werd opgezet om de ANWB over te steken. Ik hield me echter vast aan de enige echte reactie, die ik later aan de departementen heb voorgelezen:” De E.N.W.B. wil prioriteit voor het verkeer dat veilig is en het milieu redt. De E.N.W.B. vertegenwoordigt de belangen van de 9 miljoen fietsers.
Een rechtszaak.
De ANWB reageerde aanvankelijk atletisch, maar ging toch twee jaar later naar de rechtbank, omdat er teveel verwarring zou zijn. De E.N.W.B. moet zijn naam veranderen, de rechter besliste. Zo werd het ENFB, en later Fietsersbond. De leden emigreren, arriveren in ongeveer 50 per dag, na de oprichting. Binnen enkele weken waren er 3.000 leden. In vier jaar, 10.000. Volgens een enquête uit 1978 was 72 procent mannelijk, 70 procent tussen 16 en 30 jaar oud. Tal van ingenieurs- en civieltechnische studenten van technische universiteiten hebben zich aangemeld, maar er waren ook veel anderen die bezorgd waren over de achteruitgang van de fietscultuur en de verkeersveiligheid.

Jan Wittenberg bleef drie jaar president, maar moest dan stoppen. De inspanningen om de snelle uitbreiding van haar leden en afdelingen te beheren werden sterk onderschat. Als voorzitter moest ik naar al deze nieuwe afdelingen, van Groningen tot Dordrecht. De ledenraadvergadering was na drie jaar uitgegroeid tot 45 actieve leden. Het is een eer om dat te leiden. Maar ik was terug na drie jaar. Het was het waard. Ik reflecteer trots.
In de jaren zeventig werden op veel plaatsen fietsdemonstraties georganiseerd, zowel door de Fietsersbond als in samenwerking met anderen. In 1970 vond een van de eerste fietsdemonstraties plaats. Een initiatief van Pax Kroon, later een van de oprichters van de Rotterdamse Fietsersbond. Daarnaast organiseerde Dooijevaar in Den Haag fietsdemonstraties. In de tweede helft van de jaren zeventig nam het aantal demonstranten op fietsdemonstraties aanzienlijk toe.
Rond 1975 of 1976 ben ik begonnen. Ik was bij de demonstratie op het Museumplein in 1977 waar iedereen zijn fietsen neerlegde om de verkeersdoden te herdenken. Ik demonstreerde ook aan de Wibautstraat, die later werd omgezet in een brede stadssnelweg. Duurzaamheid stond niet bovenaan mijn lijst, het ging vooral over het geweld van auto’s.
Ik heb zware verkeersongevallen meegemaakt toen ik jonger was. Daar krijg je geen koude kleren van. We hebben iemand vermoord met onze schoolbus. Later, toen ik uitging, wist ik nauwelijks een snel rijdende auto te vermijden, een andere fietser had minder geluk. Het leek verschrikkelijk. Ik heb mijn hoofd afgewend. Begin jaren zeventig werden jaarlijks 3 000 verkeersdoden gemeld.

