Fietsen lijkt de gewoonste zaak van de wereld, zeker in een fietsland als Nederland. Aan de fiets zelf ging echter een hele ontwikkeling vooraf. Wie zelf fietsen wil, moet kiezen voor een fiets met de juiste framemaat. Voor iedere leeftijd is er een juiste maat fiets.
Wie kan zich niet zijn eerste eigen fiets herinneren. De fiets waar je echt op leerde fietsen, waar je misschien mee naar school ging, de voetbaltraining, het zwembad of de muziekles. Hoeveel fietsen later ben je nu?
Bereken je eigen framemaat
Een fiets groeit met je mee. Niet de fiets zelf, maar wie groeit heeft na enige tijd weer een andere fiets nodig met een ander framemaat. Welke framemaat je op welk moment nodig hebt, is prima zelf te berekenen. Daar heb je slechts een rolmaat voor nodig en misschien iemand die even helpt. Het gaat als volgt:
-ga op blote voeten of sokken staan en zet je voeten ongeveer vijftien centimeter uit elkaar
-meet de afstand van de vloer tot aan je kruis
-vermenigvuldig deze uitkomst in centimeters met 0,68.
De uitkomst levert de beste framemaat voor je lengte op. Behalve als je kiest voor een fiets met een verende zadelpen. In dat geval mag je vier centimeter van de uitkomst aftrekken.
Een aantal voorbeelden: ben je bijvoorbeeld tussen de 149 en 166 centimeter groot, dan kies je voor een framemaat 46. Ben je tussen de 171 en 189 centimeter lang dan ga je voor een framemaat 56. Hele lange mensen, tussen de 192 en 212 centimeter lang hebben de grootste framemaat: 66.
Framemaat van kinderfietsen
De framemaat van kinderfietsen is enorm belangrijk. Vooral om te leren fietsen moet de fiets echt goed bij de lengte van het kind passen, anders leidt dat binnen de kortste keren tot onnodige ongelukken. Bij een te kleine fiets raken de knieën zomaar het stuur en bij een te grote fiets heeft een kind veel te veel moeite met op- en afstappen.
In tegenstelling tot bij een volwassen fiets, waar dus over de framemaat wordt gesproken, staan de getallen bij een kinderfiets voor de grootte van het fietswiel. Om tot dat cijfer te komen, is er ook een berekening voorhanden.
Bij de juiste maat fiets moet het kind met de voeten plat op de grond kunnen. Om de juiste afmeting te kiezen meet je de lengte van de binnenbenen, van de grond tot aan het kruis. Soms lezen mensen de framemaat af aan de leeftijd of kledingmaat. Dat kan, maar die beenlengte meten is het meest nauwkeurig.
Dit zijn de juiste (frame)maten voor een kinderfiets
Binnenbeenlengte (centimeter) framemaat (inches)
39-43 10
43-45 12
46-53 14
54-56 16
57-59 18
60-69 20
63-73 22
74-77 24
78-81 26
Die inches wijzen dus op de wielmaat. Wie daarvoor kiest, zit met het frame goed. Tot en met 16 inch betreft het vooral fietsen voor jonge kinderen. Daarna volgen de grotere maten en fietsen voor volwassenen hebben een standaard wielmaat van 28 inches. Daarvan kunnen de framehoogtes dan weer verschillen zoals hierboven is aangegeven in de tekst. Zie ook maattabel kinderfietsen
Enorme framemaat voor grootste fiets ter wereld
Wist je dat… de grootste fiets ter wereld, uiteraard vermeld in het Guiness Book of Records, een fiets is van zes meter en 29 centimeter hoogte! De Belg Robin Zobel fietste er ooit honderd meter op om in het recordboek terecht te komen.
Nu zal je dat mogelijk doen denken aan de fietsen van weleer, de eerste fietsen, met die enorme grote voorwielen. De allereerste fiets, een loopfiets, had dat eigenlijk helemaal niet. Pas in 1870 deed een fiets met pedalen zijn intrede. Deze pedalen waren direct aan het wiel bevestigd en daardoor hadden trapas en het wiel dezelfde rotatiesnelheid. Om op deze manier de snelheid te verhogen moest het voorwiel worden vergroot. Dat zorgde voor die enorme hoogte en tegelijkertijd, zo blijkt uit de geschiedenis, de gevaarlijkste massageproduceerde fiets. In het Engels spreekt men van penny-farthing (een penny is een grote munt, een farthing is een klein muntje), vanwege het grote voorwiel en het kleine achterwiel.
Uiteindelijk wist met de fiets zo te construeren dat het voorwiel kleiner kon en de fiets een veiliger vervoersmiddel werd. Inmiddels zijn we jaren verder, maar heeft de fiets qua oorspronkelijke constructie niet eens zo heel veel verandering ondergaan. Het mechaniek echter wel. We halen tegenwoordig behoorlijke snelheden door de kettingconstructie op een compacte fiets, de e-bike buiten beschouwing gelaten.
Behalve de ‘gewone’ fiets en e-bike, werd ook de snelle ligfiets ontwikkeld. In 2006 reed Fred Markham met zijn ligfiets 86 kilometer per uur. Klinkt aantrekkelijk maar de wendbaarheid laat een beetje te wensen over, waardoor deze niet helemaal is doorgebroken in ons land als fietsland. Je ziet ze wel een enkele keer, zelfs met ombouw. Ze kunnen inderdaad hard.
Wie heeft de fiets, met juiste framemaat, eigenlijk uitgevonden?
Wie die allereerste fiets uitgevonden heeft? Volgens Historiek is dat Duitse Karl Drais die leefde van 1785 tot en met 1851. Naast lopen of je voortbewegen met paard of paard en wagen, leek hem de fiets een geweldige uitkomst. Ook al was de naam fiets nog niet bedacht. Eerst leek het nog meer op een step omdat er nog geen trappers aanzaten. Daar kwam niet veel later een Schot mee op de proppen. Trappers die nog vastzaten aan het voorviel en niet ronddraaiden. In 1865 ontwikkelde de Fransman Pierre Michaux met zijn zoon Ernest een fiets met een stalen frame, ijzeren wielen en trappers aan de voorkant van de fiets. Van een kettingaandrijving was echter nog geen sprake waardoor het voorwiel groot moest, om snelheid te kunnen maken. Het was James Starley die in 1870 die eerdergenoemde Hoge Bi ontwikkelde.
De eerste kettingaandrijving deed zijn intrede met een fiets die de Safety werd genoemd. En niet voor niets. Het was een stuk veiliger en het voorwiel werd kleiner. Deze fiets werd in 1885 ontwikkeld door de Engelsman John Kemp Starley. Daarna ging de ontwikkeling snel en kwamen er de luchtgevulde fietsbanden die massieve rubberen fietsbanden vervingen. Opvallend genoeg was het de Schotse dierenarts, John Boyd Dunlop, die zorgde voor deze vooruitgang.
Voor iedere Nederlander een fiets met de juiste framemaat
Rest hier nog te vertellen dat Nederland 1,3 fietsen per inwoner telt. We zijn duidelijk een fietsland met 37.000 kilometer aan fietspaden en 47.000 kilometer aan wegen met fietsstroken. Branchevereniging BOVAG en RAI schatten dat er in totaal ruim 22 miljoen fietsen in Nederland zijn.
Van al deze fietsen zou 1,8 miljoen elektrisch ondersteund zijn. Van de echt snelle elektrische fietsen zijn er meer dan veertienduizend. Of het nu met de wind mee of tegen, uit eigen kracht of met behulp van enige elektra is, we fietsen wat af. Maar liefst zo’n vijftien miljard kilometer per jaar. Dat komt neer op gemiddeld 880 kilometer per persoon, verdeeld over gemiddeld zo’n 250 tot 300 fietsritten. Een kwart van onze verplaatsingen.